Sociale bijstand in België - het OCMW
Er zijn veel termen voor: sociale bescherming, sociale bijstand, sociale zekerheid. In België ziet dit er volledig anders uit dan in Nederland. Het sociale beschermingssysteem in België kan opgesplitst worden in twee belangrijke systemen, namelijk het systeem van de ‘klassieke’ sociale zekerheid en dat van de sociale bijstand. De drie landstalen, de verzuiling en politieke tegenstellingen alsook politieke belangen hebben zeker niet bijgedragen tot een eenvoudig en overzichtelijk systeem of tot een vlotte informatie-uitwisseling tussen deze subsystemen. De verdere opsplitsing van deze systemen is door de zesde staatshervorming van 2011 begin 2017 in ontwikkeling over verschillende fasen.
Sociale bijstand in België - het OCMW
De klassieke sociale zekerheid
De sociale zekerheid is opgesplitst in drie stelsels, namelijk dat van de werknemers, zelfstandigen en dat van de ambtenaren. De meeste actieve personen in België behoren tot het werknemersstelsel. Deze sociale zekerheid wordt onder andere gefinancierd door werknemersbijdragen en werkgeversbijdragen. We verstaan onder het stelsel van de werknemers zeven belangrijke takken:
- rust- en overlevingspensioenen;
- werkloosheid;
- arbeidsongevallenverzekering;
- beroepsziekteverzekering;
- gezinsbijslag;
- verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
- jaarlijkse vakantie.
Binnen het systeem van de zelfstandigen is er ook nog een mogelijkheid tot moederschapshulp (ten voordele van vrouwelijke zelfstandigen) en bestaat er een sociale verzekering in het geval van een faillissement.
De sociale bijstand
Naast de klassieke sociale zekerheid bestaan er ook 'restregelingen' of een residuair stelsel. Dit bestaat uit vier pijlers:
- tegemoetkomingen aan personen met een handicap
- gewaarborgde kinderbijslag
- inkomensgarantie voor ouderen
- leefloon en maatschappelijke integratie (via OCMW/CPAS)
We noemen dit restregelingen omdat het betrekking heeft op personen die niet of slechts gedeeltelijk terug kunnen vallen op de takken binnen de klassieke sociale zekerheid.
Solidariteit
Het sociale beschermingssysteem in België is gebaseerd op het solidariteitsprincipe. Iedereen dient bij te dragen naargelang zijn of haar verdienvermogen. Hierdoor blijft dit systeem (voorlopig) betaalbaar.
OCMW: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Dit is een uittreksel en tevens de kerntaak van de OCMW’s uit artikel 1 van de Organieke Wet met betrekking tot de oprichting van de OCMW’s.
De OCMW’s werden in 1976 door de Belgische overheid opgericht ter vervanging van de Comités voor Openbare Bijstand. In het Franstalige landsdeel hebben ze een andere benaming, namelijk CPAS ofwel Centre Public d’Action Sociale. In het Duitstalige landsdeel spreken we over het ÖSHZ, languit Öffentliches Sozialhilfezentrum. Er zijn in België in totaal 589 – één voor elke gemeente – OCMW’s.
Een OCMW wordt georganiseerd op lokaal niveau en is bijgevolg een openbare dienst. Dit betekent dat het bestuur van het OCMW – op uitzondering van de secretaris – politiek verkozenen zijn, die de maatschappij vertegenwoordigen.
Maatschappelijke dienstverlening
De taak van het OCMW van een gemeente is om eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Het begrip maatschappelijke dienstverlening beslaat in feite alle vormen van dienstverlenging indien je niet voldoet aan de voorwaarden voor maatschappelijke integratie. Deze hulpverlening wordt bepaald door het OCMW naargelang ze je behoeften inschatten en kan onder andere bestaan uit:
- financiële hulp zoals een voorschot op een werkloosheidsuitkering of op gezinsbijslag
- hulp in natura zoals huisvesting in een noodwoning
- hulp bij schulden
- psycho-sociale begeleiding
- huurwaarborg in leen
- referentieadres indien je dakloos bent zonder vaste verblijfplaats
Maatschappelijke integratie
Onder maatschappelijke integratie verstaan we een aantal wettelijk vastgelegde voorwaarden die voorafgaan aan drie verschillende vormen van hulp. Een leefloon (financiële steun volgens barema’s), een sociale tewerkstelling via het OCMW (om sociale rechten en werkervaring op te bouwen) en een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (in combinatie met financiële steun).
Voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op maatschappelijke integratie & dienstverlening
Deze voorwaarden verschillen van je hulpvraag. De belangrijkste voorwaarden zijn bijvoorbeeld de nationaliteitsvoorwaarde (je moet een wettelijk verblijf hebben in België) en de leeftijdsvoorwaarde (meerderjarig zijn – tenzij in uitzonderlijke gevallen). Iemand die illegaal in België verblijft, kan bijvoorbeeld enkel aanspraak maken op dringende medische hulp. De behoeftigheid is tevens ook een cruciale voorwaarde. Elke hulpvraag gaat gepaard met een sociaal onderzoek door de maatschappelijk werker(s) van het bevoegde OCMW.
Hoe een steunaanvraag indienen bij het OCMW?
Aanvang
Om te beginnen dien je uiteraard in persoon langs te gaan bij het OCMW van je woonplaats tijdens de hiervoor voorziene spreekuren. Breng zeker je identiteitsbewijs en andere relevante documenten met betrekking tot je situatie mee.
Op het OCMW
Bespreek je situatie met de maatschappelijk werker, stel je hulpvraag en vraag een ontvangstbewijs van je hulpvraag. Verwacht echter niet dat er onmiddellijk uitbetalingen gedaan kunnen worden. Dit is nooit het geval, gezien je situatie steeds onderzocht dient te worden.
Indien je de taal niet machtig bent en daarmee wordt bedoeld Nederlands voor een OCMW in de Nederlandstalige gemeenschap, Frans voor een CPAS in de Franstalige gemeenschap, Duits voor een ÖSHZ in de Duitstalige gemeenschap en Nederlands of Frans voor een OCMW of CPAS in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dien je zelf een tolk te voorzien om je verstaanbaar te maken.
Sociaal onderzoek en 30 dagen
Na je aanvraag heeft het OCMW 30 dagen de tijd om je situatie te onderzoeken. Dit gebeurt via een sociaal onderzoek. Inkomstengegevens, tewerkstellingsinformatie en dergelijke worden sowieso opgevraagd. Een huisbezoek is ook een integraal onderdeel van dit onderzoek. Je medewerking is hiervoor vereist, niet meewerken resulteert sowieso in een weigering van je hulpvraag.
OCMW-Raad – Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Algemeen geldt uiteraard om de gevraagde informatie hoe sneller hoe liever te bezorgen. Nadat je alle gevraagde gegevens bezorgd of niet bezorgd hebt binnen de afgesproken redelijke termijn, maakt de maatschappelijk werker een rapport op. Dit rapport wordt voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, dit comité van politiek verkozenen zal een beslissing nemen over je aanvraag. Indien je je steunaanvraag doet, kan je vragen om gehoord te worden door dit comité en je situatie toe te lichten voordat ze tot een beslissing komen.
Beslissing, verwittiging en niet akkoord
Binnen de acht dagen na de datum van het samenkomen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, dient het OCMW je aangetekend op de hoogte te brengen van de beslissing over je steunaanvraag.
Wanneer je niet akkoord gaat met de beslissing kan je met behulp van de beslissingsbrief van het OCMW – binnen een termijn van drie maanden na de beslissing - zonder kosten in beroep gaan bij de Arbeidsrechtbank die bevoegd is voor jouw gerechtelijk arrondissement
Hoe veel bedraagt de financiële steun – het leefloon?
De wettelijk vastgelegde bedragen van het leefloon worden eens om de zoveel tijd samen met de andere uitkeringen in België geïndexeerd. De geïndexeerde bedragen van 1/06/2016 worden hier weergegeven. Bij deze bedragen wordt telkens een onderscheid gemaakt tussen je gezinssituatie. Ben je samenwonend? Alleenstaand of ben je gezinshoofd zonder inkomsten?
Gezinscategorie | Maximaal maandbedrag |
Categorie 1: Samenwonende | 578,27 euro |
Categorie 2: Alleenstaande | 867,40 euro |
Categorie 3: Gezinshoofd | 1156,53 euro |