Beleggingsfondsen
Wat zijn voor- en nadelen van collectief beleggen (ofwel beleggen via beleggingsfondsen). We zetten ze voor u op een rij. Daarbij geven we ook een overzicht van de verschillende soorten fondsen en keuzes daarin.
Voordelen van collectief beleggen:
- Ook bij kleine vermogens kan de portefeuille goed worden gespreid. Het spreidingsbeleid verschilt van fonds tot fonds: één land, één wereldhoek, één bedrijfssector, ondernemingen met hoog dividend.
- Het beheer van het vermogen wordt aan professionals overgelaten.
- Het is zo ook mogelijk in moeilijk toegankelijke markten te beleggen (vastgoed, buitenlandse vermogenstitels, fiscaal voordeel zoals groene en sociaal-ethische beleggingen).
Nadelen van collectief beleggen:
- Geen invloed op het beleggingsbeleid
- Afhankelijk van de kwaliteit van de vermogensbeheerder
- Kosten:
- Eénmalig: directe aankoop- en verkoopkosten, spread (opslag en afslag voor kopers en verkopers a.g.v. het feit dat het fonds wordt uitgebreid of slinkt met de betreffende aandelen).
- Doorlopend: beheerkosten en transactiekosten.
- Expense ratio: totale doorlopende kosten per jaar als % van de gemiddelde intrinsieke waarde, dit is verplicht te melden als fondsbeheerder.
- Kanttekening: zelf beleggen t.o.v. beleggingsfonds is kwa kosten na 1 jaar ongeveer gelijk, maar na 10 jaar duurder a.g.v. de éénmalige kosten.
Direct rendement van liquiditeiten- en obligatiefondsen bestaat voornamelijk uit rentebetalingen. Voor aandelen bestaat dit uit dividend. Rendement wordt meestal 1 keer per jaar vastgesteld en uitgekeerd in extra aandelen of extra participaties. De koersveranderingen van het fonds zelf bepalen het indirecte rendement.
De passieve beleggingsstijl is gericht op het behalen van een evengoed resultaat als “de markt”: hierbij wordt een benchmark gekozen. Actieve fondsen proberen deze benchmark te verslaan: hoger rendement gaat natuurlijk wel gepaard met hoger risico.
Obligatiefondsen
Obligatiefonds met passieve beleggingsstijl (bijv. rendement op staatsobligaties met een duration van 5 jaar) wil natuurlijk evengoed presteren als de markt. Een obligatiefonds kan echter de actieve beleggingsstijl uitoefenen door te sturen op:
- Duration (steeds aanpassen aan de renteverwachting: als het fonds verwacht dat de rente stijgt en dus de koers van het fonds daalt, wordt de duration van de portefeuille verlaagd om het neerwaarts risico te beperken).
- Kwaliteit van de debiteuren: een debiteur van goede kwaliteit kan gemakkelijk vreemd vermogen aantrekken en zal dus obligaties uitgeven met een lagere coupon. Een actief fonds kan hierop sturen. Asset-backed: gespreide hypotheekportefeuille, rendement is groter dan bij staatsobligaties en risico is betrekkelijk gering, gezien de aard van het onderpand. Bedrijfsobligaties (corporate bonds) geven meer risico en een hogere coupon dan staatsobligaties en asset-backed obligaties. High-yieldfondsen richten zich op obligaties van slechte debiteuren.
- Valuta waarin wordt belegd: een land buiten het eurogebied kan een hogere rentestand hebben. Tegenover het hogere directe resultaat staat veelal het valutarisico.
Aandelenindexfondsen
Aandelenindexfondsen (passief) beleggen hun vermogen met de verdeelsleutel zoals bijv. de AEX. Hier kan actief beleid middels:
- Een actief valutabeleid
- Zich richten op bepaalde sectoren of bepaalde landen
- Selectie naar koers/winstverhouding (groeistijl: gaan voor bedrijven met bovengemiddelde groei en dus bovengemiddelde koers/winst-verhouding. Waardestijl: goedkope aandelen kopen (onderwaardering), nu nog lage koers/winst-verhouding. Garp-stijl (growth at reasonable price) gaat voor een combinatie: ondergewaardeerd met goede winstverwachting.
- Selectie naar omvang van de uitgevende instellingen (largecap-stijl of smallcap-stijl).
- Specialisaties bij aandelenfondsen kan betrekking hebben op regio, sector of thema.
Bijzondere fondsen
Bijzondere fondsen (actief risicomanagement):
- Garantiefondsen: vaste looptijd die op einddatum een vastgestelde bepaalde minimumopbrengst garanderen (m.b.v. zero-coupon obligaties en opties).
- Clickfondsen: net als garantiefondsen, maar wanneer éénmaal een clickniveau is bereikt zakt de koers van het fonds nooit meer onder dat niveau, ongeacht de ontwikkelingen op de beurs (m.b.v. optieconstructies).
- Mixfondsen: soort modelportefeuille, omdat het belegd in aandelen, obligaties en vastgoed.
- Hedgefondsen: gaan voor zo hoog mogelijk rendement, daarom vaak ook met derivaten. Leverage: hedgefondsen kunnen gebruik maken van vreemd vermogen (leverage), waardoor waardeschommelingen van hun beleggingen op de waarde van het desbetreffende hedgefonds worden versterkt, zowel positief als negatief.
Verplichte informatie in financiële bijsluiter van het fonds:
- Beleggingsstijl
- Risico’s
- 3 scenario’s van mogelijke ontwikkeling van het belegd vermogen
- Kosten
- Aard van het fonds (enerzijds open of gesloten, anderzijds open-end, closed-end of semi closed-end)