Economische groei, inflatie en wisselkoers

Economische groei, inflatie en wisselkoers Wat wordt verstaan onder economische groei, inflatie en wisselkoers? En wat is hun invloed op de rendementen in de beleggingswereld?

Economische groei

Bruto binnenlands product (BBP): de totale waarde van goederen en diensten die in een land in een bepaald jaar worden geproduceerd. Economische groei houdt in dat de BBP toeneemt.

Welvaart: mate waarin mensen in een land in hun behoefte kunnen voorzien (BBP / # inwoners).

Economische groei moet hierbij gepaard gaan met het bereiken van:
  • een aanvaardbaar inkomensniveau
  • volledige werkgelegenheid
  • rechtvaardige inkomensverdeling
  • stabiele inflatie
  • stabiele wisselkoers
  • evenwichtige betalingsbalans
  • goede milieukwaliteit

Vraag naar producten in een land bestaat uit verschillende componenten:
  1. particuliere consumptie (60%): consumeren van vlottende en duurzame consumptiegoederen
  2. investeringen in de private sector (20%); investeren in kapitaalgoederen om nieuwe goederen en diensten te maken.
  3. overheidsconsumptie en investeringen (10-20%); begrotingstekort van de euro-landen mag niet groter zijn dan 3%.
  4. export en import: de buitenlandse vraag stimuleert de binnenlandse productie en daarmee de econ.groei; Import telt niet mee in de BBP en draagt dus niet bij aan de economische groei.

Externe sector: import en export samen (NL: 40% van de BBP, dus zowel import als export zijn 40%; VS: 10%). Open economie: land met relatief groot aandeel van de externe sector. Sommige landen exporteren meer dan dat ze importeren: dan is er sprake van overschot op de handelsbalans (overzicht van export en import). Als we de export van alle landen optellen krijgen we het niveau van de wereldhandel.

Productcapaciteit (maximale productie die een land kan leveren) wordt bepaald door:
  • beschikbare arbeidskracht
  • beschikbare kapitaalgoederen
  • aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen

Bezettingsgraad: de mate van benutting.
Conjunctuur: periode of fase waarin de economie van een land zich bevindt.
Conjunctuurgolf: het regelmatige patroon van afwisselingen in het groeitempo van de economie.
Hausse (opleving): opgaande fase in conjunctuurgolf.
Hoogconjunctuur: als de economie op topniveau draait.
Baisse: neergaande fase in conjunctuurgolf.
Recessie: wanneer de groei 2 kwartalen achtereen negatief is.
Depressie: als de economie z’n laagste groeisnelheid heeft bereikt.
Cyclische waarden: sectoren (zoals automatisering en chemie) waar vrijwel meteen op de vraag wordt gereageerd als de conjunctuur in een neergaande fase komt.
Defensieve waarden (zoals voedingsmiddelen en supermarkten): reageren nauwelijks (acyclisch).

Cijfers die een beeld geven van de econ.groei (CBS):
  • orderportefeuilles van ondernemingen
  • inflatie
  • geldgroei
  • werkloosheid en banengroei
  • ontwikkeling van import en export
  • consumentenvertrouwen: hoe 1000 geënquêteerden oordelen over de economie en hun eigen financiële situatie; zijn er 390 positief, dan vertaalt dat zich in 39 (%) - 61 (%) = -22.
  • Producentenvertrouwen: via 1700 ondernemingen met vragen over orderpositie en voorraden en hun verwachting over de komende 3 maanden.
Leading indicators: geven een vooruitblik (i.t.t. lagging indicators) op de economie en is een gewogen gemiddeld van afzonderlijke cijfers: betrouwbaar signaal.

Inflatie

Inflatie (geldontwaarding): gemiddelde prijsstijging in een land van het ene jaar op het andere.
Bij deflatie dalen de prijzen. CPI = consumentenprijsinflatie / PPI = producentenprijsinflatie.

2 oorzaken van inflatie:
  • Vraag naar bep.goederen en diensten is groter dan aanbod (vraaggestuurde inflatie).
  • Stijging in kostprijs van producten, die worden doorgerekend in de verkoopprijzen (kostengestuurde inflatie). Geïmporteerde inflatie is de doorrekening van verhoogde prijzen van geïmporteerde goederen.
Algemene gedachte: inflatie in gezond groeiende economie bedraagt ongeveer 2%.

Hoge inflatie is niet goed:
  • Waarde spaartegoeden wordt in hoog tempo uitgehold;
  • Concurrentiepositie in buitenland verslechterd door hoge prijzen;
  • Het veroorzaakt een hoog renteniveau, waardoor investeringen uitblijven.

Deflatie is ook niet goed:
  • consumenten stellen bestedingen uit, omdat ze denken dat de producten een maand later weer goedkoper zijn.

Wisselkoers

Wisselkoers: verhouding tussen de waarde van 2 valuta’s, bijv. $ en €.
Valuta zijn meer waard als de econ.groei ook hoger is t.o.v. ander land (lange termijn).
Valuta zijn ook meer waard als de inflatie laag blijft (lange termijn).
Internationale kapitaalstromen (korte termijn) hebben direct effect, vooral a.g.v. publicatie van cijfers. Speculeren (door speculanten om er beter van te worden) en interveniëren (door centrale banken om de wisselkoers een kant op te drukken).

Rendementen op liquiditeiten, obligaties, aandelen en vastgoed

Rendementen op:LiquiditeitenObligatiesAandelenVastgoed
Economische groei↑, omdat rentetarieven omhoog gaan↓, door stijging van lange rente, door toename vraag naar lang geld°↑, omdat winstgevendheid stijgt↑, door stijgende vraag naar meer ruimte
Inflatie↑, want rente stijgt-, want vastgoed wordt gecompen-seerd voor inflatie
Wisselkoers--↓, als de koers van een € stijgt, dalen doorgaans de koersen van de AEX-fondsen-
° = beleggers worden hierin gecompenseerd doordat vrijvallende coupons tegen hogere rente kunnen worden weggezet

Reactie van beleggers op gepubliceerde cijfers:
  • koersen lopen vooruit op de economische werkelijkheid.
  • koersen in NL volgen de koersen in de VS.
© 2007 - 2024 Senger, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Invloed van rente op beleggenInvloed van rente op beleggenDe geldmarkt rente of “korte rente” wordt bepaald door de ECB (Europese Centrale Bank). De kapitaalmarktrente of “lange…

BedrijfstakanalyseBedrijfstakanalyseVoor de beoordeling van een bedrijkfstak is het belangrijk te weten in welke levensfase men zit. De fase waarin men verk…
Waarom een clientprofiel maken voordat u gaat beleggen?Waarom een clientprofiel maken voordat u gaat beleggen?Vanuit de zorgplicht naar de client moeten adviseurs gedegen informatie van hun klant verkrijgen en zelf ook deugdelijke…
Senger (41 artikelen)
Gepubliceerd: 29-04-2007
Rubriek: Financieel
Subrubriek: Beleggen
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.