Beleggen voor dummies

Beleggen van een boterham is niet zo moeilijk, een kind kan de was doen! Maar we gaan het over beleggen op de beurs hebben. Geld beleggen. Simpel gezegd, je geld in een bedrijf steken. Waarom zou je dat eigenlijk doen?
Stukje bedrijf
Met beleggen wordt bedoeld dat men eigen of geleend geld steekt in een bedrijf. Men koopt hier aandelen van: dit zijn kleine stukjes bedrijf. Automatisch is men nu aandeelhouder: de aandeelhouder heeft stemrecht tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. Om aanwezig te zijn bij deze vergadering, dient men zich in te schrijven bij het desbetreffende bedrijf en een bewijs van aandelenbezit te kunnen overleggen. Bij het maken van winst, wordt de netto winst verdeeld over het aantal aandelen. Dit wordt dan uitgekeerd in de vorm van dividend. De particuliere belegger zal zelden grote hoeveelheden aandelen kopen. Volledig recht over het bedrijf heeft men alleen, als men de meerderheid van de aandelen in het bezit heeft.Makkelijkste beleggingen
Voor de beginner zijn de gewone aandelen vrij gemakkelijk te begrijpen. Er is niet veel voor nodig, een effectenrekening en een telefoon of internetverbinding, en men kan aan de start. De koersen zijn online bij te houden via verschillende sites of via de aanbieder van de effectenrekening. Ook telefonisch kunnen de koersen worden opgevraagd, per sms of via teletekst.Wat is dan moeilijker?
Een stuk moeilijker te begrijpen zijn de opties en warrants, onder te verdelen in call of put.Opties
Met een optie heeft men het recht een bepaald aandeel voor een vastgestelde prijs te kopen. Opties hebben een looptijd, meestal is dit de derde vrijdag van de desbetreffende maand. Opties van januari 2009 lopen dus af op de derde vrijdag van januari 2009. Ook weekopties en dagopties zijn sinds 2006 verhandelbaar.
De prijs voor een optie heet oproeppremie.
Wie een calloptie koopt, heeft het recht om het onderliggende aandeel tegen een vooraf gestelde prijs te kopen.
Wanneer aan het eind van de looptijd het onderliggende aandeel onder de afgesproken uitoefenprijs ligt, is de optie niks meer waard omdat men het aandeel goedkoper kan krijgen. Ligt de waarde hoger, dan heeft men geld verdiend: het aandeel kan tegen een lagere prijs worden gekocht dan wat het momenteel waard is.
Met callopties gokt men er dus op dat het onderliggende aandeel in waarde zal stijgen voor het einde van de looptijd.
Bij putopties werkt dit precies andersom: men heeft hierbij het recht om het onderliggende aandeel tegen een van te voren afgesproken prijs te verkopen. Wanneer aan het eind van de looptijd het onderliggende aandeel boven de afgesproken uitoefenprijs ligt, is de optie niks meer waard omdat men het aandeel duurder kan verkopen. Ligt de waarde lager dan heeft men geld verdiend: het aandeel kan tegen een hogere prijs verkocht worden dan het momenteel waard is.
Warrants
De warrants zijn hetzelfde als de opties, ook onder te verdelen in call en put. Het verschil met opties is dat de opties altijd door de beurs zelf worden uitgegeven. Warrants worden door banken of andere financiële instellingen uitgegeven. De looptijd bij warrants is vaak ook langer dan die van opties.