Sparen met hoge rente

Beleggers die een spaarrekening aanhouden, verwachten natuurlijk een hoge rente, ook voor direct opvraagbaar spaargeld. Bij voorkeur net zo hoog als de torenhoge bankgebouwen in de financiële centra, zodat hun spaargeld snel aangroeit.

Internetsparen erg in trek

De internetspaarrekening is ook bij kleine beleggers en alle op zekerheid gestelde spaarders een erg populaire vorm van geldbelegging. Een internetspaarrekening is gratis en over het geld kan dagelijks worden beschikt. Als de marktrente navenant is, zijn er ook hoge rentes voor internetsparen mogelijk.

Variabele rente

De rente op zo'n internetspaarrekening is variabel. Voor de spaarder betekent dat dat hij altijd ermee moet rekenen dat de bank de rente voor zijn spaarrekening aan de marktomstandigheden aanpast. En de ervaring leert dat de banken zeer snel reageren als het erom gaat om de rentetarieven voor spaarrekeningen te verlagen.

Als het erom gaat de rente op leningen of roodstaan te verlagen, duurt dat meestal wel wat langer of blijft dat zelfs helemaal achterwege. Constateringen zoals die al zo vaak openlijk door consumentenorganisaties bekritiseerd werden.

Wanneer krijg je hoge rente voor spaargeld?

Het begrip hoog is natuurlijk erg betrekkelijk. Bijzonder hoge rentes waren er vóór de economische en financiële crisis. Beleggers konden in 2008 op hun dagelijks opvraagbare spaartegoeden nog een rente van 5% en meer behalen.

Maar die gouden tijden hielden niet lang stand. Twee jaar na het uitbreken van de crisis in 2008 moeten spaarders zich met minder dan de helft van de toenmalige rente-opbrengsten tevreden stellen. Medio 2010 neemt Bank of Scotland, dat in vergelijkende rente-overzichten steeds een toppositie inneemt, een eerste plek in met een rente van nog slechts 2,6%.

Als men die rentesituatie echter wat nader bekijkt, moet worden geconstateerd dat de inflatie in 2010 beduidend lager is dan ten tijde van de hoge renteniveau's in 2008. En met het verband tussen rente en inflatie moet natuurlijk bij de berekening van nettorendementen altijd rekening worden gehouden.

Relatie tussen inflatie en rente

In 2008 waren er rentepercentages van 5% bij een inflatie van meer dan 3%. Die moest eerst worden afgetrokken van de rente-inkomsten.

Op een gegeven moment was de inflatie in 2010 lager dan 1%, zodat het rendement op dat moment niet veel slechter was dan in 2008. Strikt genomen zegt dus een hoge rentevergoeding op direct opvraagbaar spaargeld niet echt iets over het rendement dat door spaarders behaald wordt. Zolang de rente hoger is dan de inflatie, neemt het spaartegoed toe, ook al is dat maar minimaal.

En wie het helemaal juist wil doen bij het bepalen van het nettorendement over zijn spaargeld, die moet bij zijn renteberekening niet alleen rekening houden met de inflatie, maar ook met de belasting die sommigen van ons in de vorm van ‘vermogensrendementsheffing’ (box 3) over hun rente-opbrengsten moeten afdragen.