Scheiding van tafel en bed
Wanneer een stel het niet meer ziet zitten, maar eigenlijk niet wil scheiden, zal men overgaan tot een scheiding van tafel en bed. Het huwelijk blijft dan in stand, maar het stel leeft wel gescheiden van elkaar verder. Deze vorm van scheiding wordt voornamelijk gebruikt door mensen die vanwege hun geloof niet kunnen of mogen scheiden. Een nadeel is dan natuurlijk wel dat je niet opnieuw kunt trouwen. In dit artikel het één en ander over de scheiding van tafel en bed.
Inleiding
Een scheiding van tafel en bed kan worden verzocht bij de rechtbank. Dit kan op verzoek van beide partijen of op verzoek van één van beide partijen. De scheiding van tafel en bed wordt geregeld in de artikelen 1:169 tot en met 1:176 van het Burgerlijk Wetboek (verder: Bw). De artikelen hebben veel overeenkomsten met de artikelen over de echtscheiding. Dit blijkt bijvoorbeeld uit art. 1:169 lid 1 Bw waarin duidelijk wordt aangegeven dat een scheiding van tafel en bed kan worden verzocht op grond van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. Deze scheidingsgrond is ook de enige scheidingsgrond binnen de scheiding van tafel en bed en binnen de normale echtscheiding. Een huwelijk is duurzaam ontwricht wanneer er geen uitzicht meer is op een harmonieus samenleven van de beide partners. Het moet ondragelijk zijn om nog samen verder te gaan en op de lange termijn is er geen uitzicht op herstel. Tegen een dergelijke scheidingsgrond kan één van de partners die niet wil scheiden van tafel en bed natuurlijk opkomen door bij de rechtbank een verweerschrift op het verzoekschrift van de andere partner in te dienen.
De scheiding van tafel en bed
Wanneer het verzoekschrift bij de rechtbank is ingediend, dan wel op beider verzoek, dan wel op verzoek van één van de partners, neemt de rechtbank het verzoek in behandeling. Als blijkt dat het huwelijk inderdaad duurzaam is ontwricht, spreekt de rechter de scheiding van tafel en bed uit. Dit is een beschikking van de rechtbank en deze beschikking moet, wil hij gelding hebben, bij het huwelijksgoederenregister worden ingeschreven, aldus art. 1:173 Bw. Dit hoeft niet ingeschreven te worden in het register van de burgerlijke stand, zoals bij een echtscheiding. Dit is ook logisch want in principe blijft door scheiding van tafel en bed het huwelijk gewoon bestaan! Wordt deze inschrijving, althans het verzoek van inschrijving, niet gedaan binnen zes maanden nadat de beschikking van de rechtbank in kracht van gewijsde is gegaan, dan is er geen scheiding van tafel en bed tot stand gekomen. De beschikking gaat in kracht van gewijsde wanneer beide partijen geen hoger beroep aantekenen. Dat zij geen hoger beroep aantekenen kunnen zij laten vaststellen in een akte van berusting. Hertrouwen in een periode van scheiding van tafel en bed is niet mogelijk!
De gevolgen van een scheiding van tafel en bed komen overeen met de gevolgen van een echtscheiding. Een belangrijk gevolg is natuurlijk de betaling van alimentatie, zowel voor een behoeftige partner als voor aanwezige kinderen die zijn voortgekomen uit het huwelijk. Hiervoor gelden de regels uit de artikelen 1:157 tot en met 1:159a Bw. Zo moet er bijvoorbeeld bij behoeftigheid van een partner partneralimentatie worden betaald. Ook kinderalimentatie is vaak aan de orde. Let wel op: wordt de scheiding van tafel en bed omgezet in een ontbinding van het huwelijk, dan vervalt in beginsel de verplichting tot levensonderhoud jegens de ex-partner. In de ontbindingsakte wordt dan een nieuwe regeling getroffen, art. 1:169 lid 3 Bw.
Naast alimentatie kan er ook schadevergoeding van één van de partners worden geëist wanneer deze partner de gemeenschap van goederen heeft benadeeld, art. 1:174 Bw. Volgens art. 1:175 Bw heeft een partner daarnaast de mogelijkheid om gedurende zes maanden in de woning van beide partijen te blijven wonen. In die tijd kan de andere partij dan een nieuwe woning vinden.
Op grond van art. 1:177 Bw kunnen partijen zich met elkaar verzoenen. Hierdoor vervalt de scheiding van tafel en bed en herleven de gevolgen van het huwelijk. Dit moet in het huwelijksgoederenregister worden ingeschreven.
Ontbinding van het huwelijk
Naast een verzoening kunnen van tafel en bed gescheiden mensen er ook voor kiezen om het huwelijk helemaal te doen eindigen door middel van een ontbinding van het huwelijk. Deze ontbinding kan gebeuren op verzoek van één van de partijen of op gemeenschappelijk verzoek. Er hoeft niet meer te worden aangetoond dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, dit was al gebeurd bij de scheiding van tafel en bed.
Op verzoek van één van beide partijen kan het huwelijk worden ontbonden wanneer de scheiding van tafel en bed drie jaar heeft geduurd, aldus art. 1:179 Bw. In lid 2 staat voorgeschreven dat de termijn van drie jaar naar één jaar kan worden verkort wanneer de partner van wie gescheiden wordt zich heeft schuldig gemaakt aan wangedrag. Dit is alleen voor uitzonderlijke gevallen.
Is het verzoek van het ontbinden van een huwelijk op verzoek van beide partijen, dan geldt er geen termijn voor de duur van de scheiding van tafel en bed. De partijen kunnen daarom op elk moment overgaan tot de ontbinding van het huwelijk. De artikelen over het huwelijk zijn derhalve van toepassing. Hier geldt ook art. 1:181 Bw.
Het huwelijk kan alleen ontbonden worden als de beschikking van het einde van het huwelijk wordt ingeschreven in het register van de burgerlijke stand art. 1:183 lid 1 Bw.