Olieprijs: de prijs van olie
De olieprijs heeft de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Tot 1973 bleef de koers van de olie stabiel rond of onder de twee dollar per vat. In 1973 stelden veel Arabische landen een olieboycot in. Sindsdien is de olieprijs langzaam aan het stijgen. In juni 2008 bereikte zij een voorlopig hoogtepunt van 147 dollar. In die situatie waren ook beleggers flink aan het speculeren op de prijs van olie.
De prijs van olie wordt gevormd op de oliemarkt. De prijs wordt bepaald door de balans tussen vraag en aanbod. De meeste olie wordt verhandeld op de New York Mercantile Exchange (NYMEX). Dat is de grootste markt in grondstoffen wereldwijd. Er zijn daar tal van bedrijven, overheden en particulieren die olie kopen. Ze sluiten zowel langetermijn- als korte termijncontracten af. Er zijn verschillende merken olie die daar worden verkocht. De olie is van wisselende kwaliteit. In sommige gevallen gaat het ook om ruwe olie die nog verder moet worden verwerkt. In dat geval is de olie goedkoper. Ook maakt het uit waar de olie vandaan komt. Olie uit het Midden-Oosten is voor een Amerikaans bedrijf bijvoorbeeld minder voordelig dan olie die uit Amerikaanse grond komt. Dat scheelt namelijk nogal wat in vervoerskosten. De meest belangrijke merken zijn Dubai, Brent en Nigerian Forcados.
Ontwikkeling van olieprijs
De olieprijs is lange tijd relatief laag geweest. Tot 1973 waren er af en toe wel pieken en dalen, maar de prijs van olie kwam meestal niet boven de twee dollar per vat. In de Eerste en Tweede Wereldoorlog stegen de prijzen wel, maar dat kwam omdat er toen zeer veel vraag naar was, en het aanbod een stuk lager, mede doordat het door de oorlog veel lastiger was om de olie over zee te vervoeren. Na de Tweede Wereldoorlog daalde de koers van de olie echter weer naar haar normale niveau.
Olieboycot in de jaren zeventig
Pas in 1973 begon de koers van de olie weer te stijgen. De OPEC, een bond van wereld meest producerende olielanden, stelde een boycot in tegen het westen. Ze leverden fors minder olie. Dat deden ze omdat ze vonden dat het westen Israël steunde. Doordat er veel minder aanbod beschikbaar kwam steeg ook de prijs van de olie. Deze steeg tot boven de vijf dollar per vat, een stijging van zeventig procent. Later steeg deze verder naar 12 dollar. Er was daardoor veel minder olie beschikbaar. In Nederland waren er bijvoorbeeld een aantal autoloze zondagen. Na verloop van tijd verloor de boycot haar effectiviteit doordat verschillende OPEC-landen zich niet aan de onderlinge afspraken hielden en toch olie gingen verhandelen.
Beleggen in olie
Op de lange termijn steeg de prijs van olie echter wel door. Dat kwam omdat de vraag steeds meer toenam, mede doordat landen als China en India zich snel aan het ontwikkelen zijn. Tegelijkertijd komt het einde van de wereldvoorraad van olie in zicht. Er wordt geschat dat die voorraad rond 2040 op zou zijn als in het huidige tempo wordt door geconsumeerd. Op 20 februari 2008 kwam de prijs van olie voor de eerste keer boven de 100 dollar. Deze prijs steeg gedurende dat jaar verder naar een recordprijs in juli 2008 van 147 Amerikaanse dollars per vat. Een vat is 159 liter. De prijs werd mede opgedreven door speculanten die de olie opkochten en daarmee verder de prijs opdreven.
Gevolgen consumenten van hoge olieprijzen
Veel mensen en bedrijven hebben last van een hoge olieprijs. Zo stijgen de prijzen voor producten omdat de vervoerprijzen stijgen, door duurdere benzine. Ook stijgen meestal de verwarmingskosten, omdat de gasprijs gekoppeld is aan de olieprijs. Daarnaast stijgen bijvoorbeeld de vliegprijzen snel.