Roemenen en Bulgaren voor werk naar Nederland per 1-1-2014
Gemeenten, politieke partijen, minister van Sociale Zaken en de Nederlander dachten over het algemeen negatief over de komst van Oost-Europeanen om hier in Nederland te werken. Dat kan vanaf 1 januari 2014, als volgens afspraken van de EU Roemenen en Bulgaren in Nederland kunnen komen werken, zonder dat een werkvergunning is vereist. Men vreesde voor criminaliteit en oneerlijke concurrentie bij het verkrijgen van werk. Wat speelde er allemaal? Verwachtten we terecht meer criminaliteit en concurrentie nu Roemenen en Bulgaren hier zijn komen werken zonder werkvergunning omdat EU-afspraken dat mogelijk maken?
Roemenen en Bulgaren: waarom werken in Nederland
Over het algemeen komen arbeidsmigranten van armere EU-lidstaten naar rijkere EU-lidstaten om financiële redenen. Wegens gebrek aan banen en in samenhang daarmee een behoorlijk inkomen. Dat zal voor arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije niet anders zijn. De site van het Binnenlands Bestuur noemt voor de Bulgaren als motief: 'ongunstige omstandigheden en gebrek aan persoonlijke perspectieven'. Vanaf 1 januari 2014 mochten zowel de Roemenen als de Bulgaren zonder werkvergunning in Nederland werken.
De Roemeense vlag:
Bron: Kurious, Pixabay
Bulgaren naar Duitsland en Groot-Brittannië
Volgens dezelfde site overwoog in 2013 7% van de volwassen Bulgaren in een van de rijkere EU-landen te gaan werken. Verwacht werd dat zo'n 200.000 Bulgaren dat daadwerkelijk zullen doen. Zij zullen vooral naar Duitsland en Groot-Brittannië gaan. De keuze voor die twee landen door de Bulgaren wordt op de site niet nader toegelicht.
Nederland en de komst van Oost-Europese arbeidsmigranten
Over het algemeen stond en staat Nederland niet positief t.o.v. de komst van arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Met de mogelijke komst van Bulgaren en Roemenen om hier te werken, nu een werkvergunning op grond van EU-afspraken niet meer nodig is, hadden sommige gemeenten, politieke partijen, minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en een behoorlijk deel van de Nederlanders, nogal wat bezwaren geuit.
Bulgaren en Roemenen: criminaliteit, oneerlijke concurrentie en overlast
Gevreesd werd dat de komst van arbeidsmigranten uit Bulgarije en Roemenië tot overlast zou leiden. Gedacht werd aan het misbruik maken van uitkeringen, het afpakken van banen en overlast op straat. Daarnaast zijn Nederlanders bang dat deze mensen zullen zorgen voor oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt. Arbeidsmigranten worden vaak uitgebuit door werkgevers: ze worden in dienst genomen voor lagere lonen en moeten langere dagen werken. Men is bang dat werkgevers de voorkeur zullen geven aan Roemenen en Bulgaren omdat deze bereid zouden zijn voor lagere lonen langere dagen te werken.
Over de Polen wordt door Nederlanders wat minder negatief gedacht dan over arbeiders uit Roemenië en Bulgarije: wij denken dat de Polen harde werkers zijn en dat zien wij nog steeds als iets positiefs.
De politieke partijen en Bulgaarse en Roemeense arbeiders
Van de politieke partijen staan met name de PVV en de SP negatief tegenover de komst van deze Oost-Europese werknemers.
Minister Lodewijk Asscher vindt het 'te vroeg'.
Gemeenten en arbeidsmigranten
Ook de gemeenten hadden zo hun zorgen over de komst van de Roemenen en Bulgaren. Ook zij maakten zich zorgen over de extra druk die dat op een stad kan leggen. Met name de gemeenten Den Haag en Rotterdam (een stad die van oudsher veel arbeidsmigranten aantrekt) wilden maatregelen treffen om de verwachte overlast in banen te leiden. Minister Asscher wou de gemeenten daarbij steunen door met hen in gesprek te gaan. Een van de maatregelen, geopperd in Rotterdam was, om arbeidsmigranten pas een Burger Service Nummer (BSN) te geven als zij kunnen bewijzen dat zij een baan hebben en behoorlijke huisvesting. Inschrijving bij de gemeente moet het mogelijk maken om te kunnen controleren op uitbuiting door werkgevers, huisjesmelkerij (hoge huren, te veel bewoners in een huis) en criminaliteit.
Conclusie
Voorlopig was het natuurlijk afwachten: komen ze en met hoe velen komen ze, de Roemenen en de Bulgaren. Anderzijds leek het verstandig dat gemeenten en de landelijke politiek niet alleen maar afwachten. Uit het verleden kunnen ongetwijfeld lessen worden geleerd. Uit de zestiger en zeventiger jaren, toen respectievelijk Italianen en Spanjaarden en vervolgens Turken en Marokkanen naar Nederland kwamen. Leverde dat problemen op? Zo ja, welke? Konden we nu dezelfde problemen verwachten? Zo ja, wat konden we daar aan doen? Tot het zover was, leek het wijs allerlei (voor)oordelen maar even opschorten. Ondertussen is nader kennis maken met bijvoorbeeld
de Roemeense cultuur een goede zaak.
Lees verder