Kapitaal opbouwen voor aflossing hypotheek in box één

Er zijn drie manieren om kapitaal op te bouwen in box één van ons belastingstelsel, ter aflossing van de hypotheekschuld. De aflossing van de hypotheek kan maandelijks gebeuren, maar er kan ook een spaarvorm gekoppeld worden aan de hypotheek. Er wordt een bedrag opgebouwd waarmee in de meeste gevallen op de einddatum de hypotheek afbetaald gaat worden. Deze spaarvormen bevinden zich in box 1 van ons belastingstelsel omdat in deze box woning en inkomen valt.

Vorm 1: Kapitaalverzekering eigen woning (KEW)

In deze spaarvorm wordt er vermogen opgebouwd in een verzekeringspolis. Maandelijks wordt er samen met de hypotheekrente een premie voldaan. Deze verzekeringspremie is in veel gevallen weer op te splitsen in een premie voor de overlijdensrisicoverzekering en de premie voor het spaardeel van de levensverzekering.

Vorm 2: Spaarrekening eigen woning (SEW)

In deze spaarvorm wordt er voor gekozen om vermogen op te bouwen op een geblokkeerde spaarrekening, het zogenaamde banksparen. Het grote verschil met de KEW is dat de SEW is ondergebracht bij een bank in plaats van bij een verzekeraar. Om het risico van het overlijden af te dekking, blijft het vaak noodzakelijk om een aanvullende overlijdensrisicoverzekering af te sluiten.

Vorm 3: Beleggingsrecht eigen woning (BEW)

Deze vorm van vermogensopbouw is te vergelijken met de SEW. Het verschil is dat de BEW betrekking heeft op een spaarvorm bij een beleggingsinstelling. Deze vorm komt in de praktijk niet vaak voor.

Voorwaarden waar aan voldaan moet worden om in box 1 terecht te komen

Regulier spaarvormen zullen niet terecht komen in box 1, maar in box 3 (sparen en beleggen). Indien er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan komt het tegoed in box 1 terecht. Deze box kan wat betreft de belastingheffing gunstiger uitvallen. De voorwaarden zijn: (de opsomming gaat uit van een KEW, maar kan ook vertaald worden naar de SEW)

• De hoogste premie mag niet meer bedragen dan een tienvoud van de laagste
• Er moet gedurende een periode van minimaal 15 jaar een premie worden betaald voor de kapitaalverzekering (of tot eerder overlijden)
• De woning moet eigendom zijn van de verzekeringsnemer, of de echtgenoot of partner waarmee wordt samengewoond (bij SEW is het noodzakelijk dat de rekeninghouder zelf eigenaar is van de woning)
• In de polis moet zijn opgenomen dat de uitkering uit de verzekering gebruikt gaat worden voor het aflossen van de hypotheekschuld
• De polis moet gesloten worden bij een professionele verzekeraar
• Er moet recht bestaan op een eenmalige uitkering

Nadelen van een kapitaalopbouw in box 3

Indien de opgebouwde kapitaal niet onder te brengen is in box 1, zou het kapitaal binnen de heffing van box 3 vallen. Voor grotere vermogens kan dit slecht uitvallen. Zodra de waarde van de polis plus het vermogen dat u daarnaast nog hebt, boven het vrijstellingbedrag komt, moet u er jaarlijks belasting over gaan betalen. De heffing bedraagt 30 procent over een verondersteld rendement van 4 procent. De heffing komt neer op 1,2 procent belasting over het bedrag boven de vrijstelling.

Stel, een kapitaalverzekering in box 3 (valt niet onder de condities van KEW) heeft een waarde van € 75.000. Het bedrag gaat gebruikt worden om over 15 jaar de hypotheek af te betalen. Het vrijstellingsbedrag laten wij buiten beschouwing. De heffing in box 3 bedraagt in dat jaar € 75.000 x 1,2 procent = € 900. De volgende jaren moet er weer 1,2 procent worden betaald over de waarde op dat moment.